Het probleem met goedkopere instrumenten is vaak een slechte afstelling waardoor het instrument te zwaar speelt en onzuiver is en vaak is dit niet goed te verhelpen omdat dan de hals verkeerd in de kast steekt –0,25 graad is al funest– ook al schermen ze dan in de winkels met lagere of hogere kambeentjes en wat dies meer) Ook kampen goedkope instrumenten met een slechte constructie zodat naarmate het instrument ouder wordt, de kwaliteit achteruit holt (kromme halzen). Een goedkope gitaar heeft vaak een triplex kast met als resultaat een slecht en dodelijk saai geluid zodat de speler niet het plezier heeft van een mooie klank. (hoe beter je instrument klinkt, hoe beter je alles hoort, hoe beter je gaat/moet spelen). Een goedkope gitaar is vaak ook erg lastig om te stemmen. Je leraar zal dan in de les steeds veel tijd hieraan kwijt zijn. Dit gaat dan ten koste van de lestijd en dat maakt je goedkope gitaar dan toch eigenlijk best wel weer een dure gitaar… Duurkoop is goedkoop Een iets duurdere/betere gitaar is behoorlijk waardevast en zal –afhankelijk van het aantal krassen en butsen– minstens de helft van de nieuwwaarde moeten opbrengen zo niet twee-derde. (een aantal jaren geleden heb ik een instrument van mij –een handgebouwde luit, andere prijsklasse dat dus wel– voor méér dan de nieuwprijs verkocht, in overeenstemming met de koper die eigenlijk nog steeds een koopje had) Mijn eigen eerste gitaar was een yamaha is nu 28 jaar oud, is behoorlijk mishandeld maar speelt nog altijd als nieuw. Destijds koste hij 250,00 gulden (nu dus ongeveer €115,-) indien hij er nog redelijk gaaf uit zou zien zou ik hem nu voor minstens € 85,00 doorverkopen. Voor de goede orde: hij is niet te koop maar dan ook echt helemaal onbespreekbaar niet 🙂